© Rootsville.eu

Swing Wespelaar #35
Festival - Dag 2
Wespelaar (19-08-2023)

reporter: Marcel & photo credits: Freddie

info organisatie: Swing Wespelaar
info bands: Keeshea Pratt Band (US) - Laurence Jones (UK) - Jonn Del Toro Richardson (US)
info bands: Mark Hummel Band (US) - Kyla Brox (UK) - Muddy What? (D) - Luther's (NL)

© Rootsville 2023

Een goede nachtrust en een deftig ontbijt doen wonderen en ik was klaar om de tweede dag van deze feesteditie van Swing aan te vatten. Eerst richting ‘Work-station’ aan de spoorweg, Café de Warande het nog enige café in Wespelaar maar gelukkig was het Stella en Duvel.
Na het “obligate” Duveltje” aan het station trok ik richting het festivalterrein waar een resem bands op ons zaten te wachten, of wij op hen dus, te zien hoe je het bekijkt

Om de dag te openen was de organisatie gaan vissen in de Nederlandse muziekvijver en waren naar huis gekomen met Luther’s . De band is redelijk hot bij onze noorderburen momenteel. Ze komen uit  Leiden en geven een frisse lading aan blues en soul gerelateerde muziek met uitstapjes naar surf, reggae en rock and roll. De band bestaat uit Lothar Wijnvoord (vocals & guitar), Joost Tonies (guitar & vocals), Boris Weijers (drums) en Daan Tonies (bass).

Het begon allemaal wel heel pittig en je hoort wel dat deze jongens muziek kunnen maken. Soms klinkt deze ook wat funky en dat klonk wel lekker zo vroeg op de dag met dingen als ‘I Want You’ of ‘I’m So Glad’. Iedereen was meteen goed wakker. Jammer genoeg alweer veel gesoleer met heel wat nadruk op het gitaargeweld. Hoewel deze jonge wolven alles uit de kast haalden konden ze mij eigenlijk niet echt overtuigen.

Met Muddy What? kregen we toetaal iets anders voorgeschoteld. Dit jong trio uit München en Nûrnberg won in 2021 de Duitse Blues Challenge, mede door hun frisse benadering van de blues. Hier krijgt de traditionele blues een kleine make over. Kenmerkend voor hun sound zijn de bezwerende vocalen van Fabian Spang (vocal & guitar) en de show stelende Ina Spang op gitaar en mandoline. Gezien hun vaste drummer afwezig was, werden ze bijgestaan door  onze eigenste Jens Roelandt van The Bluesbones.

Het trio klonk al lekker van bij het begin met ‘Gone To Mississippi’ en ‘Movin On’. Verfrissend was het alleszins en Ina is inderdaad het showbeest dat was aangekondig, laat haar daarenboven een fijn stukje gitaar weten te spelen en mij hadden ze alvast mee. Spang is ook niet vies om zijn slide boven te halen en de songs een ietwat rauw tintje mee te geven. Dit was echt mijn ding. Met ‘Shoe Lace’ kregen we een nieuwe song die nog op een volgende plaat dient uit te komen. Dat zou dan al de vijfde  schijf zijn van dit trio. We kregen verder nog een heel knappe en funky versie van ‘Down By The River’ van Neil Young waarbij Ina haar kunsten vertoonde op de mandoline en ook het knappe ‘Spider Legs’, de titeltrack van de laatste cd,  kon mij wel bekoren. Kortom, voor mij een geslaagde passage van deze youngsters op de feest edite van Swing.

Veel tijd op een beetje te bekomen en iets fris te drinken kregen we niet, want daar was Kyla Brox al. Deze 42-jarige diva groeide op in de omgeving van Manchester in een muzikale familie.  Vader Victor Brox, charismatische blueslegende, stimuleerde zijn dochter om haar talenten te ontdekken en ontplooien.  In 2008 huwde ze bassist Danny Blomely met wie ze al sinds haar tienerjaren het podium deelde in The Victors Brox Blues Train, tot later het Kyla Brox Quartet in het leven werd geroepen. Ondertussen heeft ze haar strepen al meer dan verdiend met een overwinning op de UK Blues Challenge, een overwinning in de European Blue Challenge een jaar later in 2019 en kers op de taart als havle finalist in de IBC in Memphis.

Brox weet de ziel van soul en blues te vangen als geen ander.  Haar stem kronkelt  moeiteloos tussen tederheid en levenspijn, brutaliteit en vrolijkheid.  Ze is soms één brok emotie, zonder ooit in clichés of meligheid te vervallen.  Paul Farr is sinds tien jaar haar vaste gitarist ,Mark Warburton neemt de drums voor zijn rekening en Danny Blomeley maakt het rijtje af aan de bas.
Bij deze werd dan alweer uit een ander bluesvat getapt en met ‘The Best You Ever Had’, wist Kyla al meteen iedereen in te pakken. ‘Pain & Glory’ was een aangrijpende slow blues, waarin je zag dat Kyla daar heel haar ziel in stak en  en het swingende ‘Blueschild’s Life’ werd opgedragen aan haar onlangs overleden vader.

Het is duidelijk dat Moeder Natuur, Kyla goed heeft voorzien. Voor alle duidelijkheid, ik heb het hier wel over haar stem, voor diegenen die andere gedachten moesten hebben. Wat een koppel stembanden heeft die madam, onwaarschijnlijk.

Het was ook meer dan duidelijk dat ze zich omringd wist met een drietal knappe muzikanten met op de eerste plaats Paul Farr, die geregeld fijne solo’s het terrein inslingerde. Goed berekend, niet te luid en aangenaam. De ritmesectie deed haar werk zoals het hoorde en wederhelft Danny mocht geregeld zijn baskunsten vertonen. Ze legt ook graag contact met haar publiek en met ‘365’, kreeg ze van iedereen de handen op elkaar en steeg de temperatuur nog met enkele graden. Fijn optreden alweer van deze Britse bluesdiva en ik had er weer met volle teugen van genoten.

Volle gas verder want de volgende artiest op de affiche was er wel eentje van grote klasse. Ik heb het hier over Mark Hummel. Sinds de vroege jaren 70 is harmonicaspeler Mark Hummel een vaste waarde in het blues circuit van de Amerikaanse Westkust. Hij combineert zijn eigen carrière als muzikant met o.a. organiseren van harp blow-outs en het schrijven van boeken en artikels voor blues magazines. Het is al een hele tijd geleden dat deze 68-jarige harpvirtuoos nog eens in België was, dus zeker een optreden om naar uit te kijken. En hoe?

Van bij het begin legt Mark en goed contact met het publiek dat hem zonder morren omarmt. Hij blijft een harmonicaspeler van grote klasse die zich altijd weet te omringen met muzikanten met evenveel talent. Zo was hij hier vandaag aanwezig met Mikko Peltola aan de drums, de immer geweldige Tomi Leino op gitaar en Jaakko Prepula op bass.

Het was zweten geblazen op het grote podium, met de zon vol in het aangezicht , maar de mannen lieten het niet aan hun hart komen en gaven het volle pond. Het geheel swingt en shaket. Het publiek lust er pap van, ook van oudere nummers zoals zijn ‘I’m Hooked’ uit 1997 of het gekende ‘Blues Stop Knocking On My Door’ van de betreurde Lazy Lester. Af en toe gaat ook de voet van het gaspedaal en krijgen we het trage ‘Double Trouble’ van Otis Rush, song dat door Mark werd opgenomen samen met Junior Watson en volgende jaar op een nieuwe plaat zou moeten verschijnen. Iedereen had het best naar zijn zin en dit was er alweer één in het rijtje van fijne optredens.

De dag vorderde zonder dat we het beseften. “Time flies when you’re having fun” nietwaar en we kwamen stilaan in zicht van de eindmeet. Maar eerst nog John Del Toro Richardson meepikken. Hij is één van meest geliefde artiesten uit de Houston bluesscene is. Deze 53-jarige Texaan met Mexicaanse roots begon zijn professionele carrière als gitarist bij Diunna Greenleaf en groeide uit tot een internationaal gevierde artiest. De heerlijke Tex-Mex invloeden zijn duidelijk te horen in Del Toro’s gitaarspel en composities. Laat hem daarenboven een fijn en aangenaam mens zijn en dat maakt het allemaal compleet.

Met zijn Franse begeleidingsband wist ik dat hij vanavond hoge toppen zou scheren. Die Fransozen zijn Pascal Delmas op drums, Antoine Escalier aan de bas en Vincent Polletvillard aan de keys. En of het goed was mannekes, amai nog niet.

Stevig gitaar werk van John, Vinze die zijn duivels ontbond aan de piano en de Hammond en een ritmesectie waar je een huis kon op bouwen. De songs vlogen ons om de oren, beginnend met ‘Can’t Run’, ‘Here She Comes’ of het leuke ‘Summertime Is Here’ dat deed denk aan de geur van BBQ en bier. Dit was een optreden met schwung, dat mag gezegd en het werd afgesloten met ‘Get me Back To Texas’ en  ‘Wild Ride’. Dit was er alweer eentje met een gouden randje aan.

De voorlaatste band van de avond kwam uit de UK, met name Laurence Jones. Wie UK zegt, zegt ook dikwijls stevige, potige blues. En dat werd het ook. Jones was vanavond samen zijn accolieten Jack Alexander Timmis aan de bass en Ash Sheehan op drums.

Het eerste wat mij opviel is dat het luid was, zeer luid . Het klonk soms meer rock dan blues en buiten de nieuwe singel ‘You’re Not Alone’ en ‘Back In The Blues’ heb ik van deze gig niet veel meer onthouden. Zoals ze zeggen ik heb deze beker aan mij laten voorbijgaan. Niets voor mij maar er is wel een publiek voor en een festival moet toch wat variatie brengen, dus wie ben ik ?

En toen waren we gekomen aan de laatste band van de avond, het dessert, en wat voor één. Dit bleek niet de kers op de taart te zijn, maar een hele pot kersen. Maar laten we niet op de zaken vooruit lopen  Ik heb het hier over Keeshea Pratt en haar band.

Keeshea Pratt, die afkomstig is uit Mississippi en thans woonachtig is in Housten, is tot op heden onbekend bij het Europese publiek, maar ik ben zeker dat dit na haar  optreden in Wespelaar zou veranderen. De International Blues Challenge winnares van 2018 is een ras-entertainer die, met een knappe band, inclusief blazers, elk publiekshart weet te veroveren. Dit swingt, dit ontroert, dit is één van de beste live bands van het ogenblik!

Die band bestaat uit Daniel Carpenter (sax), Eugene Botts ( keys), James Williams III (trompet), Kevin Brian Sowell(gitaar), Patrick Williams (drums) en Shawn Allen (bass).

Het begin al direct met ‘Home To Mississippi’ als ze haar stemband eens goed openzet. Wauw, wat een stem, wat een présence op dat podium en wat een band ook…grote klasse en ik werd van bij de eerste noten uit mijn sneakers geblazen. In snel tempo verder met ‘I Can’t Stop Now’ en dan de gashendel terugdraaien met het trage ‘I’m In The Mood’. Jezus, wat was me dat mooi. Dan begint een ragtime pianotune te spelen en wordt ‘My Babe’ van Little Walter een nieuw leven ingeblazen. De blazers nemen het over en toveren een sublieme ‘When The Saints Go Marchin In’ uit hun koperen instrumenten en het geheel gaat over in ‘Don’t Mess With My Toot Toot’ van Sidney Simien ofte Rockin’ Sidney.

We wanen ons begot in New Orleans en ik was al volledig klaar om Mardi Gras te vieren. Keeshea gunt ons geen enkel rustpunt, ze draaft van de ene kant van het podium naar de andere, begeesterd haar publiek en is een echt podiumbeest. Ondertussen tovert Kevin geregeld fijne solo’s uit zijn gitaar en bezorgen de blazers ons kiekenboelen en dit op een zwoele zomeravond. Moet er nog zand zijn? ‘Have A Good Time’ weerklinkt door de geluidsinstallatie en het gaat naaldloos over in ‘Everyday I Got The Blues’ en ‘The Blues Is All Right’, en alles wordt door het publiek met veel enthousiasme meegebruld. Hey! Hey !

Ik krijg er niet genoeg van, maar wordt op mijn wensen bediend want Keeshea blijft de knappe songs uit haar mouwen schudden: ‘I Got To Move’, haar versie van ‘Miss You’ van de Rolling Stones, ‘Wang Dang Doodle’ van Willie Dixon of ‘Roll The Dice’…dit is een echt feestje. Keeshea bespeelt haar publiek op magistrale wijze en wij gaan daar zonder morren in mee. Wat een avond, wat een avond…

Het is met een gelukzalige glimlach dat ik na deze bom van een optreden richting mijn bed trek. Bedankt Mis Pratt om mij een fantastische avond te hebben bezorgd, bedankt organisatie om deze geweldige dame naar hier te hebben gehaald, God zal het u lonen !

Geen moeite om in slaap te raken gisteren, de slaap der onschuldigen zeggen ze dan. Gewoon nagenietend van een heel fijne dag vol heerlijke muziek en morgen volgt er nog eentje. Zo oogjes dicht en snaveltjes toe. Tot morgen.

Marcel

de jam sessions

Peek-A-Boo

Blues Sisters

vier op een rij...

Gevarenwinkel & be-Mine Blues...of zoiets

en geen klachten hoor Peter...

Ship ahoy...